Vlieg op!
Vlieg op! Maak een vlucht met een luchtballon. Lijkt jou dat ook zo leuk, om eens een tocht met een luchtballon te maken? Je weet wel, zo’n reuze grote ballon met een klein mandje eronder. Zullen we samen gaan? Kom maar mee. We kunnen kiezen. Er staan maar liefst negen mandjes klaar. Maar zie je dat: er zit helemaal geen grote luchtballon aan vast! Boven elk mandje zie je alleen een heleboel kleine ballonnen. Het zijn van die mooie gekleurde, die jij misschien ook wel eens hebt opgeblazen voor je verjaardag. Soms zie je ze ook wel eens met gas erin. Als je ze dan loslaat, vliegen ze meteen de lucht in.
We leggen een stapel kaartjes op tafel, waar ballonnen op staan. Van elke kleur één. Pak maar een kaartje van de stapel. Nee, niet aan mij laten zien. Het is ons geheim. Ik zeg ook niet welke kleur ik heb. Dan zetten we nu samen de negen ballonvaarders op het speelveld.
Zo, we zijn klaar voor vertrek. Jij mag beginnen, want jij bent de jongste. Gooi maar met de kleurendobbelsteen. Aha, rood! Dan mag je een mandje laten opvliegen waaraan op zijn minst één rode ballon zit. En je mag ook een kaartje met een kraai verschuiven. Die vogels moeten in elk geval uit de buurt blijven van de ballonnen van jouw kleur! Dan kunnen ze die niet kapot prikken.
Hé, daar komt een mand aan zonder ballonnen van de kleur die ik heb. Nou, daar mag van mij best een kraai in happen. Pats! Vier ballonnen lek. Het kaartje met de ballonvaarder moet nu omgedraaid worden. Nu zitten er veel minder ballonnen aan de mand. Als er nog een keer een kraai in prikt, moet het kaartje helemaal weg. Dan kan de mand niet verder omhoog vliegen.
Het spel is afgelopen als er vijf ballonvaarders in de wolken zijn. Nu gaan we tellen. Dertien groene ballonnen, negen rode, elf blauwe… Wat zeg je, had jij groen? Dan heb je gewonnen!