Metro
Metro, in het begin worden de verschillende (aan de rand van het bord liggende) metrostations verdeeld onder de spelers. Het is de bedoeling om vanaf dat moment te werken aan zo lang mogelijke metrolijnen vanuit je eigen stations. Dit vindt plaats door middel van het aanleggen van spoortegels. Per speelbeurt leg je een spoortegel neer en pak je er weer één terug van de gedekte stapel. Op elke tegel staat een bepaald patroon van metrolijnen. Hiermee geef je de route van je metrolijn vorm, maar, en dat is het leuke aan het spel, je kan ook de route van metrolijnen van medespelers een andere wending geven. Tegels mogen namelijk overal worden aangelegd, zolang ze maar grenzen aan een metrostation (aan de rand van het bord) of aan een andere spoortegel. In de basisregels dient de tegel ook zodanig te worden aangelegd dat de rode pijl op de tegel overeenstemt met de richting van de pijl op het bord.
Hoe langer je eigen metrolijn is hoe meer punten je scoort. Over elke tegel dat een metrolijn loopt ontvang je 1 punt. De telling vindt direct plaats zodra de metrolijn een ander station aandoet. Is dit eindstation een station in het centrum, dan verdubbelt de score van de lijn. Naarmate het spel vordert nemen de hoofdbrekens dan ook toe. Wat te doen? Je eigen lijn nog wat langer maken of die van je medespeler frustreren en richting eindstation sturen? Tak je nu al aan op een centrumstation of maak je de route nog een tegeltje langer met alle risico dat medespelers je lijn verder afbuigen? Na het aanleggen van de laatste spoortegel eindigt het spel en heeft degene met de meeste punten gewonnen.
Metro
een dicht lijnennet
(bron: spellengek)