Meander
In Meander zijn de spelers om en om aan de beurt. In zijn beurt neemt de speler een spelstuk en plaatst dit op het spelbord. Het eerste stuk wordt altijd in het midden geplaatst. Elk volgend stuk moet horizontaal, verticaal of diagonaal aan een reeds geplaatst spelstuk grenzen. Het spel eindigt als het bord is vol gelegd. Nu wordt het spelbord per spelerszijde schuin neergezet. De vijf kogels worden één voor één in hun baan losgelaten, en rollen naar beneden. Kogels die onderweg stranden of in de hoeken terecht komen tellen niet mee. De speler die de meeste eigen kogels naar de overkant heeft geleid, is de winnaar van het spel.