Cartagena
In het spel Cartagena hebben de spelers ieder de beschikking over zes piraten, die ze door een duistere gang naar de ontsnappingsboot moeten leiden. Zodra een speler al zijn piraten in de boot heeft, heeft hij gewonnen en is het spel ten einde.
De gang bestaat uit zes losse delen, die op willekeurige wijze aan elkaar gelegd worden. Aan het ene uiteinde wordt de boot geplaatst, aan het andere uiteinde betreden de piraten de gang. Op alle delen van de gang staan, in telkens wisselende volgorde, zes symbolen. Dezelfde symbolen staan op de speelkaarten, waarvan iedere speler er aan het begin zes krijgt.
Is een speler aan de beurt, dan mag hij tot drie keer een actie uitvoeren. Er zijn daarbij twee keuzes: een kaart uitspelen en een piraat naar voren plaatsen, of een piraat naar achteren zetten en een of twee kaarten pakken. Bij het uitspelen van een kaart, mag de speler een van zijn piraten verplaatsen naar de eerstvolgende onbezette positie in de gang waar hetzelfde symbool staat afgebeeld. Zo kan het zelfs gebeuren dat je een piraat in één keer in de boot kunt zetten, omdat alle vakken met dat symbool bezet zijn door andere piraten!
Kaarten zijn dus erg kostbaar, maar de enige manier om aan meer kaarten te komen is het terugzetten van je piraten. Je verplaatst dan je piraat naar achteren, net zolang tot deze een groep van één of twee piraten tegenkomt, waar hij blijft staan. Komt je piraat bij een enkele piraat terecht, dan mag je een kaart pakken. Kom je bij een groepje van twee piraten, dan krijg je twee kaarten. Groepjes van drie worden overgeslagen. Zo kun je met slim spelen en een beetje geluk kaarten overhouden, terwijl je toch piraten naar voren haalt.
(bron: spellengek.nl)